EHBO cursus / Acute Zorg
EHBO
EHBO cursus / Acute Zorg
Doelgroep:
Jij wilt levens redden? Dan is deze training voor jou geschikt!
Instroomeisen:
Minimum leeftijd 16 jaar. De training wordt in het Nederlands gegeven.
Inhoud van de cursus:
- Alarmering van de hulpdiensten
- Vijf belangrijke punten bij het verlenen van Acute Zorg
- Uitvoeren van een hartmassage
- Uitvoeren van beademing
- Bediening van een AED
- Het slachtoffer in veiligheid brengen
Eerste Hulp verlenen bij:
- Bloeding
- Bewusteloosheid
- Letsel aan botten
- Spieren en gewrichten
- Hoofd- en wervelletsel
- Pijn op de borst en beroerte
- Hitteletsel
Examen:
Afhankelijk van de gekozen certificering.
Duur:
12 uur
Locatie:
We hebben sinds 2022 de optie om te trainen op meerdere locaties:
- Middelharnis
- Heinkenszand
- Zaandam
- Poortugaal
- Vierpolders
Certificering:
NIKTA of Oranje Kruis
Kosten:
Op aanvraag beschikbaar.
Hoe alarmeer je de hulpdiensten?
Als je bij een incident of ongeluk betrokken raakt, is het noodzakelijk dat de hulpdiensten zo snel mogelijk worden ingeschakeld. Elke seconde telt! Dit laat je bij voorkeur door iemand anders doen, bijvoorbeeld door een omstander. Zelf blijf je bij het slachtoffer. Ben je helemaal alleen? Roep dan eerst om hulp! Als er niemand in de buurt is, verleen dan zelf Eerste Hulp.
Wanneer moet je alarmeren?
- Om te weten welke hulp nodig is, is het belangrijk om te weten wat de letsels zijn. Voor een schaafwond schakel je uiteraard geen hulpdiensten in.
- Zijn hulpdiensten nodig, bel dan onmiddellijk 112. 112 is een Europees noodnummer. Vanuit de centrale wordt alle verdere hulp georganiseerd zoals politie en brandweer.
- In een aantal gevallen moet je onmiddellijk alarmeren. Als er veel slachtoffers zijn, als het slachtoffer niet veilig kan worden benaderd en als de gevaren te groot zijn om de alarmering uit te stellen tot na de benadering van het slachtoffer (bijvoorbeeld bij een lekkende tank of een ongeval op de snelweg).
Hoe kun je alarmeren?
- Vaste telefoontoestellen. Het nummer 112 is gratis. In openbare telefoontoestellen heb je geen geldstukken of telefoonkaart nodig. Wanneer je belt, krijg je geen beltoon. Wacht dus tot je contact krijgt met de centrale.
- GSM. Let erop dat je gsm een goede plaatsbepaling geeft. Als je 112 belt, word je met de dichtstbijzijnde hulpcentrale verbonden.
Wat zeg je?
- Wat er is gebeurd en wat de gevaren zijn. Geef een juiste beschrijving van het ongeval, kort en bondig. Probeer de telefonist niet te overtuigen dat het dringend is. Elke oproep is dringend. Vermeld alle gegevens die nodig zijn om de juiste hulpdiensten te sturen: slachtoffer dat moet worden bevrijd, brand- of ontploffingsgevaar, gaslek, vermoedelijk aantal slachtoffers, toestand van de slachtoffers etc.
- Waar het gebeurd is. Gemeente, wijk, straat, huisnummer, eventueel verdieping, grote herkenningspunten in de omgeving (groot warenhuis, benzinestation of monument).
- Wie de slachtoffers zijn en in welke situatie ze zich bevinden. Hoeveel slachtoffers? Gaat het om kinderen, volwassenen of bejaarden? Eventueel andere gegevens als deze belangrijk zijn. Denk maar aan een zwangere vrouw of een hartpatiënt. Vermeld zeker de vitale functies. Bij een bewusteloos slachtoffer en bij een ademhalings- of circulatiestilstand wordt een speciaal team uitgestuurd met de vereiste apparatuur.
Bijvoorbeeld:
‘Op Zernikeweg 37 Middelharnis Industrie terrein Oostplaat is een slachtoffer met een circulatiestilstand, de voordeur staat open. Reanimatie met AED is gestart. Volwassen mannelijk slachtoffer 55 Let op Zernikeweg 37 is in de eerste links bij oprijden Zernikeweg, op gevel staat BeCare.’
Vijf belangrijke punten bij het verlenen van Acute Zorg
1. Let op gevaar
Allereerst voor uzelf, voor eventuele omstanders, en voor het slachtoffer.
Neem nooit risico, maar neem eerst maatregelen om het eventuele gevaar op te heffen.
Voorbeelden van gevaarlijke situaties zijn o.a. naderend verkeer, brand, elektriciteit en gevaarlijke stoffen en gassen.
2. Ga na wat er is gebeurd
Gebruik uw zintuigen, kijk naar het slachtoffer en zijn omgeving.
Luister wat het slachtoffer of de omstanders vertellen.
Ruik of er gassen hangen.
Als het slachtoffer zelf aanspreekbaar is kunt u deze informatie van het slachtoffer krijgen.
Als het slachtoffer niet aanspreekbaar is vraagt u het aan de omstanders.
U kunt pas hulp verlenen als u weet wat het slachtoffer mankeert.
3. Stel het slachtoffer gerust
Stel het slachtoffer gerust.
Ieder slachtoffer of acuut zieke is angstig.
U kunt het slachtoffer geruststellen door te zeggen wie u bent.
Vertel het slachtoffer dat u hem of haar niet alleen zult laten.
Zeg hem of haar dat er meer deskundige hulp onderweg is.
Hiermee helpt u het slachtoffer de eerste schrik te verwerken.
4. Zorg voor deskundige hulp
LAAT 1-1-2 BELLEN!
Blijf bij voorkeur zelf bij het slachtoffer en laat iemand anders hulp waarschuwen.
Een goede melding is van groot belang.
De volgende punten moeten worden doorgegeven:
- Naam van de melder
- Plaats waarheen de hulp moet komen
- Wat er gebeurd is
- Hoeveel slachtoffers zijn er?
- Wat het slachtoffer mankeert
Vraag aan degene die de melding doet om terug te komen en te vertellen welke hulp er komt en hoe snel.
Overige punten
- Help iemand op de plaats waar hij/zij ligt of zit
- Help iemand op de plaats waar hij/zij ligt of zit
- Ga een slachtoffer niet onnodig verplaatsen
- Bij verplaatsing kunnen letsels verergeren
Uitvoeren van een hartmassage?
Het is heel belangrijk alleen te masseren als er inderdaad een circulatiestilstand bestaat. Iemand met een echte circulatiestilstand raakt binnen enkele (ca. 10) seconden bewusteloos en iemand die na die tijd nog reageert, heeft dus nooit een circulatiestilstand. Ook epileptische aanvallen worden onterecht wel eens voor een circulatiestilstand aangezien, maar hartmassage is hierbij niet nodig en kan gevaarlijk zijn
- Start direct met 30 borstcompressies
- Zet uw handen midden op de borstkas.
- Duw het borstbeen 5 à 6 cm in.
- Doe dit 30 keer in een tempo van tenminste 100 keer per minuut (maximaal 120 per minuut).
- Duw niet met de vingers op de ribben, om te voorkomen dat er ribben breken
Uitvoeren beademing
- Beadem 2 keer
- Doe de kinlift
- Kantel het hoofd naar achteren.
- Knijp de neus dicht.
- Pas mond-op-mondbeademing toe.
- Beadem 1 seconde zó dat de borstkas omhoog komt (kijk naar de borstkas).
- Laat het slachtoffer uitademen.
- Beadem in totaal 2 keer.
Ga door met reanimatie en wissel 30 borstcompressies af met 2 beademingen. Als er een 2e hulpverlener is: wissel elke 2 minuten. Onderbreek de reanimatie altijd zo kort mogelijk.
Bediening van een AED
Het apparaat bevat 2 elektroden die op de ontblote borstkas van het slachtoffer geplakt moeten worden. Een AED analyseert het hartritme zodra de elektroden aangesloten zijn.
Daarna geeft het apparaat gesproken opdrachten aan de hulpverlener. Het apparaat vertelt precies wat hij moet doen, namelijk:
óf doorgaan met reanimeren
óf een elektrische schok toedienen
Belangrijk om te weten:
De AED geeft alleen een schok als dat nodig is. Het is niet mogelijk een schok toe te dienen aan iemand die geen circulatiestilstand heeft of als het hartritme weer hersteld is
Bij iets minder dan de helft van de slachtoffers buiten het ziekenhuis is kamerfibrilleren de oorzaak van de circulatiestilstand. Alleen bij deze groep patiënten is defibrillatie mogelijk én noodzakelijk. Zij hebben een zogenaamd schok baar ritme. Bij andere oorzaken van een circulatiestilstand is defibrillatie niet mogelijk en is de kans op overleven klein.
Het slachtoffer in veiligheid brengen
Veiligheid van het slachtoffer
Kijk altijd eerst of je het gevaar weg kan nemen. Een draaiende machine stilzetten of een gevaarlijke stof verwijderen bijvoorbeeld. Ga een slachtoffer niet onnodig verplaatsen. Zo kan je het letsel niet verergeren. Ligt het slachtoffer op de spoorrails of op een weg, is er instortingsgevaar of misschien zelfs ontploffingsgevaar, dan is zijn veiligheid in gevaar en moet je proberen hem naar een veilige plek te brengen. Doe dit alleen als je eigen veiligheid daarbij niet in gevaar komt. Verplaatsen van een slachtoffer doen we met de vervoersgreep van Rautek.
Eerste hulp verlenen bij:
Bloeding
Wonden zijn beschadigingen van de huid. Dit kan zijn door snijden, schaven, prikken en dergelijke. Vaak komt hier ook bloed bij vrij. De hoeveelheid bloed, de grote van de wond en de kans op besmetting. Goede behandeling kan erger voorkomen.
Bewusteloosheid
Als iemand plotseling niet meer reageert kan dit erg schrikken zijn. Als je dan niet weet wat je moet doen of wat er aan de hand kan zijn wordt de situatie nog angstiger. Er zijn verschillende oorzaken waarom iemand bewusteloos raakt. De flauwte is daarvan de minst erge. Soms is er voor de eerstehulpverlener ook niet achter te komen wat er aan de hand is maar moet er zo snel mogelijk een ambulance komen.
Letsel aan botten, spieren en gewrichten
Als eerstehulpverlener is het moeilijk om het onderscheid te maken tussen een breuk, ontwrichting, verstuiking, spierscheur, kneuzing… De eerste hulp bij deze letsels is daardoor overeenkomstig.
Het letsel doet pijn en is vaak gezwollen of gekleurd. Mogelijk kan het slachtoffer het gekwetste lidmaat niet meer bewegen of er niet meer op steunen. Soms zie je een abnormale stand van het lidmaat.
Verslikking
Lekker uit eten. Gezellige gesprekken. Maar praten en eten gaan niet altijd goed samen. Een voedselbrok die verkeerd schiet kan de luchtweg gedeeltelijk of helemaal afsluiten. Hoe zorg je dat dit slachtoffer weer lucht krijgt en wat moet je niet vergeten.
Hoofd- en wervelletsel
Hoofd en wervelletsels komen voor bij ongevallen met een plotselinge impact op het lichaam. Bijvoorbeeld bij een verkeersongeval of bij de van de trap. Deze letsels zijn gevaarlijk want ze kunnen verlamming veroorzaken. Bij een vermoeden van hoofd- of wervelletsel moet je altijd de hulpdiensten waarschuwen.
Pijn op de borst en beroerte
Wat doe je bij een beroerte?
Doe de FAST-test als controle
Direct 1-1-2 (laten) bellen
Stel het slachtoffer gerust
Voorkom inspanning, laat het slachtoffer zitten
Controleer regelmatig bewustzijn en ademhaling
Noteer zo mogelijk duur van de klachten
Hitteletsel
Hitteletsels ontstaan doordat het lichaam door warmte veel vocht en zout verliest. Door het zout- en vochtverlies kan het slachtoffer minder warmte kwijt en raakt oververhit. Hierdoor treden klachten op als spierkramp, hoofdpijn, misselijkheid tot zelfs shock en stilstand van de bloedsomloop.